sabato 21 maggio 2011






Storms
make the oak
grow deeper
roots.

George Herbert
Dichter Engeland
1593-1633




Beeld: Reinder Homan Ets

venerdì 26 novembre 2010

Het Texelgevoel



Op een vrijdagmiddag voor Pinksteren, begin jaren zestig, reden we met ons volgestouwde legergroene Eendje vanuit Amsterdam noordwaarts: wij, mijn vader en moeder, zusje en broertje, zouden voor het eerst gaan kamperen op Texel. In Den Helder aangekomen, bleek hoe naïef we waren geweest; wij waren duidelijk niet de enige Texelgangers en we konden dan ook niet zomaar de boot op rijden. Via verschillende parkeerplaatsen werden we steeds dichter naar de haven geloodst. De uitgelaten stemming waarin we waren vertrokken sloeg gaandeweg om in gelatenheid, maar niet bij onze moeder. Volgens haar stonden we steeds in de verkeerde rij en werden andere rijen voorgetrokken. ‘Laten we maar teruggaan,’ riep ze dramatisch uit, maar daar wilde mijn vader niet van horen. Eindelijk kwamen we bij de laatste parkeerplaats voor de boot, het rook er spannend naar zilt en teer en touw.

De zon ging onder toen we eindelijk de boot op reden en de donkergroene golven zagen er onheilspellend uit. Toen we bij de camping aankwamen was het pikdonker en koud. Achter de jeep van de beheerder aan reden we over kronkelige hobbelpaden naar onze plek. Waar die plek was, daar hadden we geen idee van. Zouden we ooit weer de weg terug vinden? De maan ging schuil achter de wolken en het begon te motregenen. Dreigend tekenden zich de ontrekken van duinen af tegen de inktzwarte hemel.

In het licht van de koplampen zette mijn vader zo goed en zo kwaad als het ging onze oranje bungalowtent op (van de AH zegels) en even later kropen we daar met z’n allen in.

En toen werd het morgen.

De zon scheen uitbundig op de paarsgroene duinen om ons heen, hoog in de strakblauwe lucht kwetterden leeuweriken, al wist ik dat toen nog niet, en er hing een kruidige geur van buntgras en hei. Onze vrolijke oranje tent stond middenin een vriendelijke duinpan. Was dit echt dezelfde plek van de avond ervoor?

Een magisch moment, zo staat het in mijn herinnering gegrift.

Nog altijd krijg ik een Texelgevoel als ik ’s ochtends vroeg in de natuur ben en een leeuwerik hoor zingen. Gelukkig is het niet aan Texel gebonden, het kan me ook overvallen op het veld achter ons huis. Het mag zelfs zonder leeuwerik en dat komt ook goed uit want die hoor ik nog maar zelden.

Het Texelgevoel, de nacht is voorbij, de morgen is gekomen.

mercoledì 3 novembre 2010

Arm


‘Je moet weten dat Mara uit een zéér arme familie komt.’
Mijn oom kijkt me diepernstig aan. Hij probeert een verklaring te geven voor de problemen tussen zijn zoon en diens Italiaanse vrouw. Het kan niet anders, ze moet wel een trauma hebben opgelopen door haar arme jeugd.
Ik probeer me er een voorstelling van te maken. Wijzelf zijn al niet welgesteld, dus zeer arm, hoe arm is dat? Een bedompt appartementje in een troosteloze binnenhof vol oude auto’s, dag en nacht gekleed in een fleecepak, een werkloze vader, geen dag op vakantie…?
Oom ziet mijn vragende gezicht en licht toe: ‘Ze waren zo arm dat ze samen met haar broer op één kamer moest slapen!’ Zijn gezicht spreekt boekdelen. Jeugdtrauma’s, incest en relatieproblemen liggen op de loer.

Mijn oom, hoe bereisd ook, is toch op en top Nederlander. Een modaal inkomen maar wel een eengezinswoning met tuin en vooral voldoende slaapkamers. Terwijl het gemiddelde Italiaanse huis niet meer dan twee slaapkamers telt. En twee flinke badkamers, dat dan weer wel.

Zal ik hem vertellen hoe wij vroeger woonden? Ach nee, hij staat er niet voor open. Nu hij zijn verhaal heeft gedaan is zijn aandacht verflauwd.
Ik vertel hem niet dat Gianni en ik in een hoogslaper lagen boven het bed van Anna. En dat de jongens in een stapelbed sliepen, geklemd in de nauwe ruimte tussen onze slaapkamer en de badkamer. Als ik in bed lag hoorde ik vijf ademhalingen. Heerlijk.
Na de verhuizing kreeg Anna een soort van kamertje voor zichzelf. In het begin miste ze ons vreselijk…..
Al was het misschien geen ideale situatie, ik heb tot nu toe geen trauma’s kunnen ontdekken. Wat ik wel heb ontdekt is hoe vast je aan bepaalde ideeën kunt zitten zonder je af te vragen of het geen vooroordelen zijn.
Maar wie heeft ze niet…?



lunedì 1 novembre 2010

Festa dei Morti


Vandaag ligt Italië stil: het is het Feest van de Doden.
Alleen in de buurt van begraafplaatsen is het druk, en de verkopers van echte en nepbloemen, en van kaarsen met rood plastic omhulsel voorzien van een plaatje van de paus, doen goede zaken.
Een Italiaans kerkhof ziet er in onze noordelijke ogen uit als een miniatuurstadje, een soort Madurodam, met grafmonumenten ter grootte van een kleine dorpskerk. Geen sobere stenen, laat staan keien, met simpele perkjes ervoor, waarboven een enkele treurwilg zijn takken laat hangen.
De begraafplaats van Seregno is geen uitzondering, kapellen met de namen van belangrijke families, versierd met levensgrote protserige beelden van engelen bepalen het beeld.
Zou ik hier ook komen te liggen? Het zit er dik in, maar het voelt vreemd aan. Een Duitse vriendin gruwt bij de gedachte ooit in Italië begraven te worden en heeft haar man laten beloven om haar lichaam terug naar Neurenberg te brengen.
Wil ik dat, naar een grijs kerkhof in Nederland?
Het liefst zou ik in mijn eigen huis willen blijven, de enige plek die echt mijn thuis is.
Een urn in de vensterbank, mag dat? Waar de poes gezellig naast komt zitten?

Ik weet het, This world is not my Home.
En toch?

Festa dei Morti, zo'n moment waarop er dingen naar boven komen die je gewoonlijk veilig diep weg kunt stoppen.